De Arachniden - Systematiek

The Arachnids - Systematics


This page is dedicated to Frans Janssens - Deze pagina is opgedragen aan Frans Janssens


Something about legs and leg-bearing segments
Iets over poten en poot-dragende segmenten


GENERAL REMARKS

Some of the more important remarks about legs and leg-bearing segments amongst the arthropods may be enumerated as follows:

1. The generalized type of an arachnid leg appears to possess one more segment than the maximum number of eight, but this point needs further investigation. An arachnid leg so constituted should have the following segments, named from the base to tip: Subcoxa, coxa, coxal trochanter, femoral trochanter, femur, patella, tibia, tarsus, and pretarsus.

2. The generalized pauropod leg is composed of eight rings, which represent, however, only six or possibly seven true segments, the first three of which probably represent the coxa, first trochanter, and second trochanter. The last four true segments of the pauropod leg are the femur, tibia, tarsus, and pretarsus.

3. The generalized symphylid leg is composed of seven true segments, the first being represented by a condyle-bearing plate. They are: Subcoxa, coxa, a greatly enlarged trochanter, a much reduced femur, a tibia, tarsus, and pretarsus.

4. The generalized thysanuran leg is completely homologous with the pauropod type, with the exception that it possesses a subcoxa, usually in the form of a platelike structure.

5. The typical collembolan leg possesses a subcoxal segment and either lacks the tarsus entirely or has it represented by a short rudiment at the base of the claws.

6. The so-called coxal appendages in the Pauropoda, Symphyla, and the Thysanura are not true appendages and have no muscle fibers attaching to them. They are probably not homologous among themselves. Some may represent structures analogous, or possibly even homologous, with either the epipods or the exopods of Crustacea.

7. The primitive insectan type of tarsus was three-clawed. Two-clawed or one-clawed types found in the Thysanura or the Collembola are clearly not primitive but evidently were derived from the three-clawed type as found today in the Pauropoda, Symphyla, and certain Thysanura.

8. Much evidence exists indicating the presence of an additional segment to the insect thorax, which should probably be called the cervical. It should be considered as being homologous with the legless postcephalic segment of pauropods and certain symphylids.

9. The so-called intersegmental region of certain thysanurans should not be regarded either as a distinct segment or as an intersegmental structure but each region as an integral part of the segment bearing the adjoining posterior sternite.

10. The primitive thoracic tergal plates are simple structures without condyles or apodemes and did not completely cover the dorsal surface of the segments on which they were situated.

11. The primitive thoracic sterna of an insect were probably transversely divided into two sternal plates, the posterior of which articulated laterally with the inner condyles of the coxae.

12. In general, all vestiges of pleural plates are wanting in those arthropods which have a cylindrical and functional subcoxa. As the subcoxa becomes reduced and its inner (ventral) walls obliterated, two outer crescentic plates persist as body sclerites. They appear to have resulted from the development of a pseudosegmentation of the subcoxa. The distal one of these two sclerites becomes the trochantin of generalized insects and the proximal one the eupleuron, or " mother " pleural plate from which certain others were later derived by " fragmentation."

13. The subcoxal theory of the origin of the pleural plates of insects is sound, and receives further support .

ALGEMENE OPMERKINGEN

Enkele van de belangrijkste opmerkingen omtrent poten en poot-dragende segmenten bij de arthropoden, kunnen we als volgt opsommen:

1. Het algemene type van een poot van een arachnide lijkt één segment meer te hebben dan het maximale aantal van acht, maar dit vraagt verder onderzoek. Een poot van een arachnide zou de volgende segmenten, benoemd van basis naar top, moeten hebben:Subcoxa, coxa, coxale trochanter, femorale trochanter, femur, patella, tibia, metatarsus en tarsus.

2. De typische poot van een pauropode is samengesteld uit acht ringen, die slechts zes of mogelijk zeven echte segmenten, waarvan de eerste drie de coxa, eerste trochanter en tweede trochanter zijn, voorstellen. De laatste vier echte segmenten van de poot van een pauropode zijn femur, tibia, tarsus en pretarsus.

3. De typische poot van een symphylide is samengesteld uit zeven echte segmenten, waarvan de eerste uit een condyle draagplaat bestaat. Ze zijn: Subcoxa, coxa, een enorm vergrootte trochanter, een veel kleinere femur, een tibia, tarsus en pretarsus.

4. De typische poot van een thysanura is volledig homoloog met deze van het pauropode type, met deze uitzondering dat hij over een subcoxa, gewoonlijk in de vorm van een plaatachtige structuur, beschikt.

5. De typische collembola-poot heeft een subcoxaal segment en heeft ofwel geen tarsus of heeft deze vertegenwoordigd door een kort rudiment aan de basis van de klauwen.

6. De zogenoemde coxale aanhangels bij de Pauropoda, Symphyla en de Thysanura zijn geen echte aanhangsels en hebben geen spiervezels eraan vastgehecht. Zij zijn waarschijnlijk niet onderling homoloog. Sommige kunnen structuren analoog, misschien zelfs homoloog, vertegenwoordigen, met ofwel de epipoda of the exapoda van de Crustacea.

7. Het primitieve tarsustype van de insecten was drieklauwig. Tweeklauwige of éénklauwige types die bij de Thysanura of de Collembola aangetroffen worden, zijn duidelijk niet primitief maar zijn waarschijnlijk afgeleid van het drieklauwige type, zoals dit vandaag wordt aangetroffen bij de Pauropoda, Symphyla en bepaalde Thysanura.

8. Er bestaan veel bewijzen die op de aanwezigheid van een bijkomend segment, waarschijnlijk het cervicale, van de insectenthorax wijzen. Dit zou als homoloog met het pootloze poscephale segment van pauropoden en bepaalde symphyliden dienen beschouwd te worden

9. De zogenoemde intersegmentale streek van bepaalde thysanura mag geenszins als een duidelijk segment of als een intersegmentale structuur beschouwd worden, maar elke streek als een essentieel deel van het segment dat de aangrenzende achterste sterniet draagt.

10. De primitieve thoracale tergaalplaten zijn eenvoudige structuren zonder condylen of apodemen en het dorsaal oppervlak van de segmenten waarop zij zich bevinden, niet volledig.

11. De primitieve thoracale sterna van een insect waren waarschijnlijk transversaal verdeeld in twee sternaalplaten, waarvan de achterste lateraal articuleerde met de binnencondylen van de coxae.

12.Alle restanten van pleuraalplaten ontbreken in 't algemeen bij deze arthropoden die een cylindrische en functionele subcoxa hebben. Wanneer de subcoxa gereduceerd raakt en haar binnen (ventrale) wanden vernietigd zijn, blijven twee buitenste halfmaanvormige platen over als lichaamssklerieten. Zij lijken te voort te komen van de ontwikkeling van een pseudosegmentatie van de subcoxa. De distale van deze twee sklerieten wordt de trochantin van insecten in 't algemeen en de proximale het eupleuron of de "moeder"- pleuraalplaat waarvan bepaalde andere later werden afgeleid door "fragmentatie".

13. De subcoxale theorie over de oorsprong van de pleuraalplaten van insecten is degelijk en krijgt verder bijval.

USED ABBREVIATIONS - GEBRUIKTE AFKORTINGEN

ac anterior tarsal claw
voorste tarsale klauw
map medium apodeme
middenste apodema
ant antenna
antenne
pat patella
ap coxaal of trochantaal aanhangsel
coxal or trochantal appendage
pc posterior tarsal claw
achterste tarsale klauw
bs basisternum plp pleuraalplaat
pleural plate
cl claw
klauw
prec precosta
cx coxa pt pretarsus
dc depressor of coxa
coxale depressor
rc rotator of coxa
coxale rotator
dt depressor of trochanter
trochantale depressor
rt rotator of trochanter
trochantale rotator
evs eversible sac
eversibele zak
s sternum
extc extensor of claws
klauwextensor
sI eerste lichaamssegment
first body segment
extf extensor of femur
femurextensor
scx subcoxa
extt extensor of tibia
tibia-extensor
sl sternellum
extp extensor of patella
patella-extensor
sp spiracle
spirakel
fe femur sps specialized setae
gespecialiseerde setae
flc flexor of claw
klauwflexor
stn sternite
sterniet
flf flexor of femur
femurflexor
ta tarsus
flp flexor of patella
patella-flexor
terg tergite
tergiet
flt flexor of tarsus
tarsusflexor
thI prothorax
fltb flexor of tibia
tibiaflexor
ti tibia
h head
kop
tr trochanter
intl intersegmental lobe of neck
intersegmentale neklob
trI first trochanter
eerste trochanter
l leg
poot
trII second trochanter
tweede trochanter
lI leg I
poot I
un unguiculus
lap lateral apodeme
lateraal apodema
utr unguitractor plate
unguitractor-plaat
lc levator of coxa
coxale levator
x Y-shaped sternal ridge
Y-vormige sternaalkam
ls laterosternum y sternal rod
sternaalstang
lt levator of trochanter
trochantale levator

AFBEELDINGEN - IMAGES

Solpugida been/leg
The third left leg of a solpugid, showing muscle attachments
De derde poot van een Solpugida; spieraanhechtingspunten
Phalangid
Leg 1 of the primitive phalangid, Holosiro acaroides, with segments labeled.
Poot 1 van een primitieve hooiwagen (Opiliones), Holosiro acaroides, met gelabelde segmenten

. Front leg of Labidostomma sp. showing muscle attachments
Voorpoot van Labidostomma spec.met spieraanhechtingspunten
Gamasid mite/mijt
Third leg of the gamasid mite, Macrocheles tridentifer, showing muscle attachments.
Derde poot van de gamaside mijt Macrocheles tridentifer met spieraanhechtingen
tick/teek
. Front leg of tick, Rhipicephalus sanguineus, showing muscle attach- ments.
Voorpoot van teek, Rhipicephalus sanguineus, met spieraanhechtingen
Pseudoscorpiones
A, hind leg of pseudoscorpion, Chelifer cancroides, showing muscle attachments; B, end of hind leg of pseudoscorpion, Obisiuim maritimum, showing same.
A. Achterpoot van pseudoschorpioen, Chelifer cancroidesmet spieraanhechtingen, B, einde van achterpoot van pseudoschorpioen, Obisiuim maritimum met spieraanhechtingen

The second leg of Acerentulus barberi showing segmentation and musculature.
De tweede poot van Acerentulus barberi met segmentatie en spieren

Leg IV of Pauropus sp. showing segmentation and musculature
Poot IV van Pauropus sp. met segmentatie en spieren

Coxal appendage of last pair of legs of Pauropus sp.
Coxaal aanhangsel van het laatste potenpaar van Pauropus sp.

Antepenultimate leg of symphylid, Sculigerella imntaculata, showing segmentation and muscles
Op twee na de laatste poot van de symphylide Sculigerella imntaculata met segmentatie en spieren

Front leg of a symphylid of the genus Hanseniella showing segmentation and musculature.
Voorpoot van een symphylide van het genus Hanseniella met segmentatie en spieren

The region about the coxa in a symphylid of the genus Hanseniella, showing muscle attachments
De coxa-streek van een symhylide van het genus Hanseniella met spieraanhechtingen

Third leg of Machilis sp. showing segmentation and muscles
Derde poot van Machilis sp. met segmentatie en spieren

Middle leg of lepismid, Thermobia sp., showing segmentation
Middenpoot van een lepismide, Thermobia sp. met segmentatie

Second leg of Campodea sp., showing segmentation and muscles.
Tweede poot van Campodea sp. met segmentatie en spieren
Collembola
Third leg of the collembolan, Tomocerus arcticus, showing musculature
Derde poot van de collembola Tomocerus arcticus met spieren
Collembola
The musculature of third leg of the collembolan, Aphorura ambulans (Linn.).
Spieren van de derde poot van de collembola Aphorura ambulans (Linn.)
Collembola
Prothorax, with attached leg, and neck region of collembolan (Isotoma sp.). Specimen cleared with KOH and stained with acid fuchsin.
Prothorax, met poot, en nekstreek van collembola (Isotoma sp.). Specimen geklaard met KOH en gekleurd met zure fuchsine.
Collembola
The two types of tarsi found in the generalized Collembola of the family Poduridae: A, Achorutes; B, Podura.
Twee tarstypen aangetroffen bij de Collembola van de familie Poduridae: A, Achorutes; B, Podura

The evolution of the two-clawed tarsus in Pauropus and its comparison with the two-clawed tarsus in Symphylella. A, B & C; tarsi I, III and last tarsus of Pauropus; D, tarsus of Symphylella. (All views from above.)
De evolutie van de tweeklauwige tars bij Pauropus in vergelijk met de tweeklauwige tars van Symphylella . A,B en C; tarsi I, III en laatste tars van Pauropus; tars van Symphylella. (Bovenaanzichten)

Vertical "optical section" of tip of tarsus I of proturan, Acerentulus barberi.
Verticale optische doorsnede van het topje van tars I van de protura Acerentulus barberi

The evolution of the two-clawed type of tarsus in Thysanura and the one-clawed type in Protura.
De evolutie van het tweeklauwige tars-type bij Thysanura en het éénklauwige bij Protura
Collembola
Dorsal view of feet of collembolan, Tomocerus arcticus, showing variation in claws; I, II, III=tarsi I, II and III respectively.
Dorsaal aanzicht van voetje van de collembola Tomocerus arcticus met de klauwvariatie; I,II,II = respectievelijk tarsi I, II en III

Two-clawed tarsus of isopod crustacean of family Oniscidae.
Tweeklauwige tars van de isopode kreeftachtige van de familie Oniscidae

Lateral view of Pauropus huxleyi showing body segmentation, chitinized parts and specialized setae.
Zijaanzicht van Pauropus huxleyi met lichaamsegmentatie, gechitiniseerde delen en gespecialiseerde setae



Prothorax and neck region of Japyx bidentatus.
Prothorax en nekstreek van Japyx bidentatus

Dorsal view of first six segments of body of Pauropus sp. showing chitinous plates.
Dorsaal aanzicht van de eerste zes segmenten van het lichaam van Pauropus sp. met chitineuze platen

Dorsal view of first five segments of body of Symphylella sp., showing chitinous parts.
Dorsaal aanzicht van de eerste vijf segmenten van het lichaam van Symphylella sp. met chitineuze delen

Dorsal view of thorax of Acerentulus barberi showing chitinous parts.
Dorsaal aanzicht van de thorax van Acerentulus barberi met chitineuze delen.

Dorsal view of thorax of Japyx isabellae showing sclerites
Dorsaal aanzicht van Japyx isabellae met sklerieten

Lateral view of thorax of a springtail, Isotoma sp., together with proximal parts of legs.
Zijaanzicht van de thorax van een springstaart, Isotoma sp., samen met proximale delen van de poten

Ventral view of cephalothorax of Holosiro acaroides.
Ventraal aanzicht van de cephalothorax van Holosiro acaroides

Ventral view of last leg of left side of Pauropus sp. and the sclerites of body segment it is attached to.
Ventraal aanzicht van de laatste poot van de linkerzijde van Pauropus sp. en de sklerieten van het lichaamssegment waaraan deze bevestigd is.

Ventral view of left half of body segment of Scutigerella sp. showing chitinizations
Ventraal aanzicht van de linkerhelft van het lichaamssegment van Scutigerella sp. met chitinisaties

Ventral view of left half of body segment of Hanseniella sp. showing chitinizations.
Ventraal aanzicht van de linkerhelft van het lichaamssegment van Hanseniella sp. met chitinisaties

Ventral view of left half of body segments of Symphylella sp. showing chitinizations.
Ventraal aanzicht van de linkerhelft van het lichaamssegment van Symphylella sp. met chitinisaties

Ventral view of thorax of proturan, Acerentulus barberi.
Ventraal aanzicht van protura Acerentulus barberi

Ventral view of thorax of Japyx isabellae, showing sclerites.
Ventraal aanzicht van Japyx isabellae met sklerieten

Lateral view of left side of mesothorax of Acerentulus barberi.
Zijaanzicht van de linkerzijde van de mesothorax van Acerentulus barberi





After H.E. Ewing "The legs and leg-bearing segments of some primitive arthropod groups, with notes on leg-segmentation in the Arachnida", Smithsonian Institution 1928


Email Gie Wyckmans
Deze pagina's © 1999 Gie Wyckmans & Dragon Research&Development
This pages © 1999 Gie Wyckmans & Dragon Research&Development


Home